Op 18 november ondertekenden de zeven Gelderse jeugdhulpregio’s en vijftien zorgorganisaties van de Gelderse jeugdalliantie een akkoord over de hoogspecialisitsche jeugdhulp. Aan het ondertekening ging een lang proces vooraf. Aanbestedingsjurist en consultant Niek Blonk zat tijdens dit proces aan tafel om alle partijen samen te brengen.


Niek Blonk
"Je moet onderzoeken, voelen, je moet er samen achter komen en kijken wat wel werkt. Het is belangrijk dat je elkaars taal spreekt en dat kost nu eenmaal tijd."
In de provincie Gelderland zijn er 7 jeugdhulpregio’s(G7) die bestaan uit 56 gemeenten. Een jeugdhulpregio is een verzameling van gemeenten die samen jeugdhulp inkopen. Een gemeente hoeft namelijk niet altijd alle vormen van essentiële jeugdhulp zelf in te kopen dat kunnen en moeten ze ook steeds vaker gezamenlijk doen. Op G7-niveau ontstond de wens om de essentiële jeugdhulpfuncties gezamenlijk in te kopen en daarmee beschikbaar te hebben en houden voor de G7. Dat is hoogspecialistische jeugdhulp, die beperkt nodig is, maar wel beschikbaar moet zijn in binnen de G7.
Voor de start van dit project werd deze jeugdhulp regionaal ingekocht en gecontracteerd. Dit betekent dat er steeds opnieuw dezelfde prijsafspraken werden gemaakt en de ene regio een heel ander tarief voor dezelfde hulp betaalde dan de andere regio en aanbieders steeds geconfronteerd werden met verschillende eisen voor dezelfde locatie waardoor er steeds discussie ontstond over de ingezette hulp en het bijbehorende tarief. Daarnaast worden kinderen met complexe of meervoudige problematiek vaak van de ene naar de andere aanbieder gestuurd omdat geen één aanbieder hen kan helpen met alle facetten van hun hulpvraag. Dit zorgt voor lange zorgtrajecten en kinderen die niet geholpen worden.
Dat moest anders. Het doel van het project was om kinderen een betere toekomst te geven en professionals handvatten te geven om dit op te lossen. Onder de zinssnede “de zorg verplaatst, het kind niet” wordt de intentie samengevat om de zorg naar het kind te brengen in plaats van het kind te vragen om van aanbieder naar aanbieder te reizen. Consultant Niek Blonk werd eind 2022 benaderd door een van de projectleiders. “Via via had ze gehoord dat ik jurist en consultant was, de Gelderse jeugdzorg kende en misschien interesse had in deze opdracht.” Samen kwamen ze tot een plan en het werk kon beginnen.
Van één opdracht naar twee
“We moesten eerst kijken hoe we deze opdracht in de markt zouden zetten en hoe we de aanbieders konden verleiden om samen te werken. Vooral dat laatste was belangrijk. Vanaf het begin hebben de jeugdhulpregio’s duidelijk gemaakt dat ze een samenwerkingsverband wilden en dat de regio’s en de aanbieders elkaar nodig hadden om dit plan te laten slagen. Het doel was dan ook dat de aanbieders zich als een samenwerkingsverband zouden inschrijven.”
“Tijdens het uitwerken van de opdracht kwamen we erachter dat wij de aanbieders ook nodig hadden bij het opstellen van de opdracht. We wilden ervoor zorgen dat die ook past bij hun uitvoeringspraktijk en dat zij erachter zouden staan in plaats van dat dit hen opgelegd zou worden.”
De oplossing kwam in het splitsen van het project; een eerste opdracht voor het uitwerken van de opdracht, gevolgd door het uitvoeren van de opdracht zelf. “Daarbij ligt het voor de hand dat de partijen die meegewerkt hebben aan het opstellen zich ook zullen inschrijven op het uitvoeren van de opdracht,” vertelt Niek. “Maar we vonden het ook belangrijk dat partijen die in de eerste stap hebben geholpen, niet automatisch vast zouden zitten aan de tweede fase. Als de opdracht toch niet helemaal blijkt te werken voor een aanbieder of als we een aanbieder hadden gemist, moest die wel kunnen af- of aanhaken.”
De inschrijving
“Omdat we heel graag wilde dat een samenwerkingsverband zich in zou schrijven, zijn we heel scherp en specifiek geweest op de geschiktheidseisen en het uitschrijven van de procedure. We wilden er zeker van zijn dat de inschrijvende partijen de essentiële functie hebben die we zoeken, en hebben bepaalde eisen gesteld waarvan we wisten dat daar minstens 3 verschillende partijen voor nodig waren,” vertelt Niek. De opdracht werd gebundeld, opgeschreven en gepubliceerd. “En daar is één inschrijving op gekomen van één samenwerkingsverband van alle aanbieders van essentiële functies.”
Dialoogtafels en ruimte in standaardcontracten
Met de aanbieders en gemeenten zijn vervolgens meerdere dialoogtafels en hoteldagen georganiseerd. Niek was tijdens dat proces vooral bezig met het opstellen van de overeenkomst en zorgen dat die paste bij de opdracht. Daar kwam bij dat Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) nieuwe standaardcontracten voor de jeugdzorg introduceerde in september 2022. “Alle gemeenten hadden net getekend voor het gebruik van de nieuwe standaard, dus moest ik onze opdracht in die contractstandaard gieten. Dat paste niet altijd even mooi.”
Niek legt uit waarom: “de VNG-standaard richt zich alleen op de regionale of lokale inkoop van jeugdzorg, daar zit geen transformatie-opdracht achter. Ook is er een deel van de standaard (deel 3) met daarin alle randvoorwaarden dat vaststaat voor alle gemeenten. Dus wij moesten op zoek in het contract naar de ruimte die we nog wel dachten te hebben om te zorgen dat die transformatieopgave daarin kon landen, dat we met elkaar konden afspreken hoe we nu precies bepaalde dingen gingen monitoren en dat het contract flexibel bleef.”
“Tegelijkertijd zit je om de tafel met allemaal aanbieders die je contract zorgvuldig voornemen en wijzigingen voorstellen op je contractartikelen,” vertelt Niek. Het balanceren van de VNG-standaard en de opdracht kwam met een levende lijst van vragen die een antwoord behoeften. “Eén van de dingen was bijvoorbeeld, als aanbieders al hun onderaannemers vooraf moeten melden, moeten ze dan ook al hun zzp’ers melden? Het antwoord daarop was ja, officieel wel. De aanbieders gaven aan dat dit zorgt voor een enorme administratieve last aan hun kant. Daar moesten we iets voor verzinnen wat paste binnen de contractstandaard.”
Dat was best hard werken, aldus Niek. “Direct na zo’n bespreking moest je de overeenkomst aanpassen en toetsen aan de gemeenten. Daar hadden we als project een klusploeg voor ingericht, die moesten er akkoord op geven waarna het weer voor het volgende overleg op de agenda komt. Daar zat vaak niet heel veel tijd tussen.”
De ondertekening
18 november ondertekenden de G7 en 15 zorginstanties de overeenkomst. Vanaf 1 januari 2025 komt er een integraal zorgtraject en een mobiele zorgbrigade die ervoor zorgt dat patiënten niet meer eindeloos hoeven te reizen. Hiermee was het werk van Niek officieel klaar. “Het is nu aan de aanbieders en gemeenten om de implementatie te doen. Dat gaat bijvoorbeeld over governance, goede afspraken op dat niveau zorgen ervoor dat er verantwoordelijkheid afgelegd kan worden door alle betrokken partijen. Maar ik word ook nog wel eens gebeld met een vraag over hoe is nou ook alweer precies zit.”

Een lange klus is het waard
Een consultant doet vaak kortere adviestrajecten. Dit was dan ook een ongewoon lang traject, maar met een goede reden, aldus Niek. “Het was een lang project, dat kan ik wel beamen. We hebben het ook een aantal keer verlengd, omdat er meer tijd nodig was om elkaars taal te leren en elkaar te begrijpen,” vertelt hij. Het was eerst niet de bedoeling dat het projectteam aan tafel zou zitten tijdens het gesprek tussen gemeenten en aanbieders. Toch zat Niek aan tafel vanwege zijn kennis van het contract. “De dialoogtafels zijn me dan ook het meest bijgebleven. Het is allemaal heel spannend, en er waren in de ronde voor we naar de tafels gingen wel 500 vragen gesteld door de aanbieders over van alles en nog wat. Uiteindelijk zit je aan zo’n tafel en stelt iemand nog een keer de vraag, kun je een vraag terug stellen, en snap je ineens wél wat ze bedoelen.”
“Je moet in zo’n geval onderzoeken, voelen, je moet er samen achter komen en kijken wat wel werkt. Ik hoop dat ook door mijn eigen inzet aan zo’n dialoogtafel, door daar mee te werken en uitleg te geven, de gemeenten en aanbieders elkaars taal beter zijn gaan spreken. Dat is wel de conclusie van het hele verhaal. Het is belangrijk dat je elkaars taal spreekt en dat kost nu eenmaal tijd.”
Het mooiste aan het traject? “Het gesprek tussen partijen over welke taal spreken we nou en wat bedoelen we met elkaar,” aldus Niek. “Dat je dus vaak hetzelfde doel hebt, alleen dat door de manier waarop je tot een contract moet komen het heel erg lijkt dat je tegenover elkaar staat. Natuurlijk ben je opdrachtgever en opdrachtnemer, maar je bent tot op zekere hoogte elkaars gelijke en je wil onder de streep hetzelfde, namelijk dat iedereen goede zorg krijgt.”

Meer weten?
Heeft u ook behoefte aan ondersteuning bij een complex traject zoals dit? Onze professionals staan u bij. Niek vertelt; “de kracht van EPSA Netherlands is dat we daar creatief in kunnen zijn, in het zoeken naar welke inkoopoplossing werkt voor wat je wil bereiken.” We kijken verder dan de gebaande paden en zoeken samen met u naar een maatwerk oplossing.
Vragen aan Niek? Neem contact met hem op via de knop hieronder.
Meer lezen over het ondertekenen van het contract? Lees dan dit artikel.